Pein & Koraal

Welkom in DE online fictie roman van de 21ste eeuw! De spannende avonturen van het geniale heldenduo Herr.Dr.Pein en Prof.Dr.Koraal. U bent hier op het juiste adres voor Huiveringwekkende actie en duister mysterie met geniale wendingen. Een verhaal dat zijn weerga niet kent.

** Pein & Koraal. Alle rechten voorbehouden. Niets mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden in druk of op welke manier dan ook zonder schriftelijke toestemming van de auteurs**Contact? Zie links

Klik hier om Pein & Koraal aan je favorieten toe te voegen!

dinsdag, oktober 17, 2006

Hoofdstuk 12

#477 Koraal:'
Daar dwarrelen ze dan als herfstblaadjes in het eindeloze niets dat toch iets is. Maar Wat? Wetenschappelijk onderzoek zal dat nog uit moeten wijzen.

Ze zijn nu geheel door het duister omsloten. Geen hand voor ogen kunnen ze zien, ook elkaar niet. Stevig houden ze elkaars hand vast, hun enige ijkpunt. Er is geen besef meer van onder of boven, links of rechts, binnen of buiten. Hun innerlijk lijkt op één of andere manier te versmelten met de omgeving, er in over te vloeien en geabsorbeerd te worden. Een buitengewone gewaarwording. Pein rommelt met zijn andere hand in het rugzakje van Koraal om een zaklampje te pakken zodat hij het kompas om zijn pols kan raadplegen. Zodra hij het lampje echter aanklikt wordt het licht geabsorbeerd door de duisternis. In een flits heeft hij nog kunnen zien dat de naald op het kompas in het wilde weg rondjes draait.
'Overgave' denkt Pein. .....Overgave..... lijkt het behaaglijk warme niets waar ze in zijn opgenomen te zeggen. Ze voelen iets langs zich heen strijken. Even trekt er een lichte huivering door het stel. Wat was dat? Koraal steekt een hand uit en voelt iets schubbigs.
'Schubby' denkt ze . ....Schubby..... lijkt de duisternis om hen heen te zeggen.
Zo vallen ze verder in het niets. En verder en verder. Eigenlijk is het moeilijk te zeggen of ze zich daadwerkelijk verplaatsen maar iets uit de kern van het niets lijkt een zuigende kracht op hen uit te oefenen. Als vanzelf worden ze er toe aangetrokken. 'Sterven' denkt Pein. .....Sterven..... Ze hebben het idéé dat ze zich voortbewegen ook al kan dit met geen enkele zintuiglijke impuls onderbouwd worden. De sensatie van het niets wordt sterker. 'Geboorte' denkt Koraal. .....Geboorte..... Het fluweel zachte zwarte duister vervult hun denken en druipt hun harten binnen die geraakt worden door een onbeschrijfelijk melancholisch gevoel. Vervlogen tijd. Verlies van een geliefde. De warme namiddagzon op een kinderhuid. De stille weerspiegeling van straatlantaarns in de gracht op een warme zomer avond. Een enkele schreeuw in een donkere kamer. De laatste hoop in een bevroren meer. Dan verdwijnt ook dat. Ook de tastzin begint nu af te nemen. Pein bindt snel een touw om hun polsen zodat ze elkaar niet kunnen verliezen als ze elkaars hand niet meer voelen.
Vrijwel al hun zintuigen lijken nu geheel nutteloos nutteloos te zijn. Geen reuk, geen smaak, geen zicht, geen tastzin,geen geluid.
Geen herinnering.
Alleen. Nu.

Ze ervaren.

Zonder houvast

Aanwezigheid.

Onmetelijk.

Zijn.

'Wilskracht' denkt Koraal met een enorme bovenmenselijke inspanning.
....Wilskracht..... lijkt het niets dat overduidelijk iets is te zeggen terwijl er kortstondig een lichte trilling doorheen lijkt te voeren.
Koraal concentreert zich. Pein kan dit niet weten maar wel ervaren. Diep van binnen. Een binnen dat geen grenzen en geen enkele bevestiging meer lijkt te hebben en net zo goed om hen heen is als in hen. En ook hij concentreert zich. Waarop? Op het concentreren zelf. Op het diepste aspect van hun wezen.

Dan zien ze. Ze zien iets! Iets ver weg. Ze zien iets glinsteren....

**********************************************************
#481 Pein:
....zeer in de verte, maar het komt dichterbij.
....berusting.....lijken ze te voelen maar toch ook een stukje .....onzekerheid...dat de glinsteringen met ze doen.
Pein knijpt iets in de hand van Koraal maar of ze het merkt. Dat wil zeggen, Pein denkt wel dat ie knijpt maar knijpt ie ook? En Pein denk wel dat die knijpt, maar denkt Pein wel dat ie denkt dat ie knijpt?
De glinsteringen worden talrijker en lijken te bewegen, althans het oplichtende onbekende staat niet stil.
....toegang....waart door de hoofden van Koraal en Pein en even lijkt 't alsof ze , net als op de Bolland & Bolland planeet, elkaars gedachten kunnen voelen.
....niet bang, hoor, alleen nieuwsgierig....krijgt Pein binnen, maar dat kon ie ook wel verzinnen want van enige onderschatting van zijn metgezel is geen enkele sprake logischerwijs.
Komt het licht nu dichterbij of komen zij dichter bij het licht? Een moeilijk vast te stellen iets in het Grote Niets dat nu duidelijk wel iets is. Iets wordt. Iets...wat dan ook.
Peins kompas trilt nu zo hard dat het niet-te-breken-glasplaatje losschiet en ook het bandje en losraakt van Pein, die dat natuurlijk niet voelt.
Niet alleen worden de lichtjes steeds duidelijker, het lijken ronde schijnseltjes te zijn, maar nu komt ook het gevoel weer iets terug.
Het eerste wat ze voelen zijn elkaars handen. Die liggen nog veilig en stevig in elkanders greep. Ook komt er een soort geur terug, maar die is niet om over naar huis te schrijven. Beetje muffig, doods, geen geur die bekend voorkomt of associaties geeft. Net als de lichtjes geven ook de geuren geen herkenning.
Ze zitten op de goeie weg, ze lijken een wereld binnen te gaan waar niets is zoals ze het kennen. Dus dat betekent dat niemand of niets daar ook zal weten wat hun zijn, wie hun zijn, waarvoor hun zijn, waarheen hun zijn.....of toch wel?

************************************************************
#484 Pein:
in de tuin bij Koraals ouders stond een hele oude eik. Ver uit het zicht, verscholen tussen een grote schare coniferen. Hele hoge, dus die eik was moeilijk te zien. Eigenlijk zo'n beetje tussendoor kijkend was het een en al eik, paar van die sprietige conikutferen ervoor, maar alla, tis voor 't verhaal dus beetje smeuiig die zooi. Dus....de eeuwenoude immense alle oorlogen doorstane eik stond daar dus ver achterin die bosachtige tuin van de Koraaltjes. Daar waar bijna nooit iemand kwam. Behalve Koraal en de jeugdige (hoewel ze nu natuurlijk nog net zo jeugdig.....) Pein, Peintje zullen we maar zeggen. Koraaltje en Peintje speelden daar altijd hersenchirurgje en de patient of de natuurkundige met zijn krachtige experimenten of de magier en zijn duistere gaven of de boze geest en het onschuldig lam of gewoon slachtoffer en moordenaartje. En oh wat vermoordden ze elkaar vreselijk en wat beleefden ze er een pret aan. Zoveel dat het verslavend begon te werken. En de slachtoffersproefkonijnkeuze verplaatste zich van intern (hunnie twee) naar extern (de grote wijde wereld). En vanaf dat moment was het hek van de dam. Want de wereld lag aan hun voeten. Dat ontdekten ze al snel in de klas. Op school.......


Pein:
Tocht, jazeker, tocht voelen ze nu. Als de lichtjes groter en ook veel sterker worden, haast verblindend, begint het behoorlijk te tochten zo op de plek waar de twee kameraadjes hand in hand geklemd rond dwarrelen, afdalen, wat dan ook. Het licht doet vreemd, knippert niet maar schittert wel, flikkert niet maar blijft ook niet staan, zoiets, mar dan anders, ja je moet erbij zijn om het te begrijpen, te voelen, te ondergaan. Zo op de bank dit lezend voel je geen zier, ja misschien die chips die tussen je tanden zitten of de cola die je langs je hals hebt geknoeid, maar van enig buitenaards, onbekend dimensionaals, daar kunt u slecht naar gissen, naar blijven gissen.
Koraal en Pein niet. Die zitten er middenin. Opgeslokt in het Niets dat overduidelijk Heel Veel blijkt te zijn. God sjezus, wat een spektakel. De lichten zijn nu zo fel dat 't geeneens lichten zijn, de hele boel staat in laaielichten. Gelukkig bezit de multitool MT-XXsupre twee uitklapbare hypermoderne zonnebrillen die weldra de gezichten sierden van het duo.
Dan terug naar de tocht. Hij blijkt Hans te heten. Hans van de Tocht. Hij woont verderop in een woonboot met een paar honden die zoveel schijten dat ie ze hier maar uitlaat. Hier zie je toch geen drol. En dar had Hans gelijk aan. Als Koraal en Pein onder hun voeten voelen, blijkt het daar onder de hondenstront te zitten.
" Klotetering!!" scheldt Koraal
"Vieze kuthonden!!" doet Pein en maakt aanstalte zijn handgun te pakken en een van die mormels een lesje te leren.
Koraal houdt 'm tegen (voorlopig). Ze wil weten hoe wat Hans hier doet en waar ze zijn. En hoe het kan dat hij wel zonde zonnebril hier rustig kan rondwandelen zonder in de stront te trappen. Op de achtergrond pakt Pein een van de hondjes en veegt zijn voeten aan het ruggetje af.

***********************************************************